Kerststal van Sint-Martens-Voeren
Ieder jaar is er vanaf eind november veel activiteit in de anders zo rustige Sint-Martinuskerk in het Belgische Sint-Martens-Voeren. Een groepje gepensioneerde mannen werkt dan twee weken lang aan de opbouw van een grote kerststal. Ooit begon de traditie met een eenvoudig stalletje, zoals in zoveel omliggende kerken. Maar dankzij een creatieve pastoor en enthousiaste parochieleden werd het tafereel groter en groter. Inmiddels is het hele koor van de kerk inbeslaggenomen door hoge takken, een metershoge hemel, vele poppen en opgezette dieren. Bijzonder is de dromedaris afkomstig uit een Frans circus. Het arme dier brak zijn poot en moest worden afgemaakt. Een dorpsgenoot tipte de kerststalbouwers.
Ook bezienswaardigheden van Sint-Martens-Voeren gingen deel uitmaken van de stal. De toren van de Sint-Martinuskerk, het in de Eerste Wereld Oorlog gebouwde spoorviaduct over de vallei van de Voer en de watermolen van Frissen zijn nu in miniatuur te zien in de kerk. De Zusters van de Carmel uit Argenteuil maakten een mooi kindeke Jezus van was.
De bouw van de kerststal begint met het ophalen van de onderdelen voor het podium, opgeslagen in een schuur aan de rand van het dorp. Met de trekker van Lou worden balken, staanders en grote platen naar het kerkje vervoerd. Als na een dag sjouwen, passen en meten het podium staat wordt de hemel geplaatst: een groot blauw doek met maan en sterren. Hiervoor heeft Jof met toestemming van de pastoor een gat geboord in het plafond boven het koor. Vanaf de zolder kan hij zo de hemel omhooghijsen. Als de hemel hangt, beginnen de mannen met het inrichten. Ze bekleden het podium met vers gestoken mos en plaatsen takken van soms wel vijf meter hoog langs het koor. Met de aanhanger van Gie worden tot slot de poppen en opgezette dieren opgehaald uit de kelder van een dorpsgenoot.
Van de huidige groep is Jof Dodemont het langst betrokken bij de bouw van de stal. Hij is 85 jaar; gedreven en onvermoeibaar. Hij heeft een sleutel van de kerk en is er elke dag vanaf negen uur. Verder werken dit jaar mee Hugo Cornand (64, de enige niet-gepensioneerde), Gie Claes (68), Lou Lemmens (71) en Jef Demollin (81). En af en toe wandelt iemand de kerk binnen om even mee te helpen. Irene, de vrouw van Jof, staat de mannen bij met koffie en zelfgebakken koekjes.
Na twee weken staat de stal. De mannen, stram van het werk, bekijken voldaan het resultaat. Ze grappen dat de kerkgangers over een aantal jaar in het koor zullen moeten gaan zitten omdat de kerk dan één grote kerststal zal zijn.